Zorgplicht stopt niet bij de grens

16 september 2015

Kim Aupers

Arbeidsrecht

Door Maaike Postma & Kim Aupers

Zoals al eerder is geblogd heeft de werkgever naar Nederlands recht ten aanzien van zijn werknemers een vergaande zorgplicht met betrekking tot het zorgen voor een veilige werkplek (art. 7:658 BW). Ook indien de werknemer tijdelijk in het buitenland zit, dient de werkgever alles te doen wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden om ongevallen en beroepsziektes te voorkomen.

De zorgplicht wordt ingevuld door verschillende normen, die onder andere tot stand zijn gekomen in de rechtspraak. Afhankelijk van alle omstandigheden van het geval is de werkgever verplicht alles te doen wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden. Uit de rechtspraak blijkt dat dit grofweg betekent dat de werkgever adequate veiligheidsmaatregelen moet nemen, instructies moet geven en toezicht moet houden op de naleving van de gegeven instructies. Hier is een genuanceerde benadering op zijn plaats in het geval een werknemer in het buitenland werkzaamheden verricht en de werkgever geen directe zeggenschap en invloed heeft over de werkplek daar. De veiligheid van die werknemer is dan namelijk voor de werkgever in Nederland moeilijk te controleren. Dat brengt met zich mee dat de plicht tot het treffen van veiligheidsmaatregelen en het geven van adequate instructies extra belangrijk is, maar de plicht tot het controleren en toezicht houden op de naleving van instructies juist beperkter.

De zorgplicht wordt ook ingekleurd door de Arbeidsomstandighedenwet, -regeling en -besluit. Dit zijn publiekrechtelijke regelingen die materiële kadervoorschriften bevatten waaraan de werkgever verplicht is zich te houden. Voor civielrechtelijke aansprakelijkheid van de werkgever wordt bij de beoordeling over schending van de zorgplicht vaak aangehaakt bij deze (publiekrechtelijke) normen. Bij (on)gevallen in het binnenland geldt dat een schending van de Arbowet, vaak (ook) civielrechtelijke aansprakelijkheid betekent (NB: andersom is niet per definitie het geval).

Wanneer een werknemer in het buitenland een ongeval krijgt, zijn de Nederlandse Arbeidsomstandighedenregelingen niet van toepassing. Deze regelingen hebben een werkingssfeer die alleen op Nederlands grondgebied geldt (art. 2 Arbowet). De normen in de Arbeidsomstandighedenregelingen kunnen bij ongevallen/beroepsziektes in het buitenland strikt genomen uitsluitend dienen als richtsnoer. In de praktijk wordt in de lagere rechtspraak bij ongevallen over de grens, toch ook aangehaakt bij de Nederlandse Arbeidsomstandighedenwet. Het lijkt erop dat, wanneer duidelijk Arbonormen zijn geschonden, deze wet- en regelgeving tenminste indirect bepalend zijn voor de beoordeling van de omvang van de zorgplicht.

Let wel, er kunnen ook nog lokale buitenlandse regelingen van toepassing zijn op de arbeidsverhouding, om de simpele reden dat de situatie onder de werkingssfeer van die regeling valt. Binnen de EU zijn nationale regels omtrent arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden, die genoemd zijn in de Detacheringrichtlijn, dwingend van toepassing op alle werkende personen binnen dat land. Maar ook buiten de EU kunnen lokale regels van toepassing zijn op de arbeidsverhouding. In dat geval kunnen ook die normen uit het buitenland nog de zorgplicht invullen.