De Wet Bibob: pas op met financiering!

Gavel Bibob

De Wet Bibob samengevat

Een bestuursorgaan kan in bepaalde gevallen op grond van de Wet Bibob een aangevraagde vergunning weigeren of een al eerder verleende vergunning intrekken. Bij de aanvraag van een vergunning dient in de meeste gevallen een Bibob-formulier te worden ingevuld. Zoals wij eerder schreven, is van groot belang dat dit formulier naar waarheid wordt ingevuld. Aan de hand van dit Bibob-formulier beoordeelt de gemeente of zij de vergunning verleent. De situatie doet zich vaak voor dat het bestuursorgaan – ten behoeve van nader onderzoek – de vergunningaanvraag laat beoordelen door het Landelijk Bureau Bibob (LBB). Dit heeft een langere beslistermijn tot gevolg. Een bestuursorgaan kan een verleende vergunning achteraf intrekken, hetgeen doorgaans gebeurt naar aanleiding van nieuw verkregen informatie. Zowel het LBB als de Officier van Justitie (het Openbaar Ministerie) kunnen het bestuursorgaan tussentijds tippen.

Het doel van de Wet Bibob is om te voorkomen dat vergunningen die de overheid afgeeft (kunnen) worden gebruikt voor criminele activiteiten of voor het besteden van uit strafbare feiten verkregen opbrengsten. De Wet Bibob maakt het voor bestuursorganen, zoals een gemeente, mogelijk om te onderzoeken of de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de vergunning aanvraagt, voldoende integer en betrouwbaar is. De situatie doet zich met regelmaat voor dat de vergunningaanvrager of vergunninghouder zélf weliswaar geen relevante gedragingen heeft begaan in strafrechtelijke sfeer, maar diegene direct of indirect wordt geacht in relatie te staan tot iemand die wél strafbare feiten heeft begaan. Oók dan kan de Wet Bibob worden toegepast, met alle gevolgen van dien.  

Eerder schreven wij al dat de Wet Bibob, die sinds 2003 in Nederland in werking is, nog steeds aan verandering onderhevig is. Onder andere de reikwijdte van de Wet Bibob is per 1 augustus 2020 nog gewijzigd. In verschillende branches kan de vergunningaanvrager of vergunninghouder worden geconfronteerd met de Wet Bibob, bijvoorbeeld bij horeca-activiteiten (horeca-exploitatievergunning, Drank- en Horecawetvergunning, terrasvergunning) en bouwactiviteiten (omgevingsvergunning).

Bibob-toets en vermogensverstrekkers

Zoals we hiervoor al kort aanhaalden: de Bibob-toets richt zich niet alleen op de ondernemer die een vergunning aanvraagt, maar vooral ook op de partijen (natuurlijke personen en rechtspersonen) tot wie hij in een zakelijke relatie staat en ook op degene die aan hem vermogen verschaft. Heeft de ondernemer geld nodig voor een nieuwe investering en leent hij dit van een investeerder, dan is het dus belangrijk dat deze investeerder niet eerder betrokken is geweest bij criminele activiteiten, zoals witwassen of belastingfraude.

Het verstrekken van vermogen is niet zo zwart-wit dat het hier alleen maar gaat om het verstrekken van een geldsom. Een voorbeeld: stel dat ondernemer X een restaurant koopt van onderneming Y voor in totaal 1 miljoen euro. Ondernemer X betaalt 800.000 euro bij de overdracht en de resterende twee ton zal in een periode van drie jaar na de koop in termijnen worden afbetaald. Daardoor verschaft onderneming Y voor een bedrag van 200.000 euro indirect vermogen aan de koper van het restaurant.

Dit betekent dus dat het voor de koper van groot belang is dat de verkoper niets te maken heeft met strafbare feiten. Is dat wel zo, dan zullen vergunningen zoals de Drank- en Horecawetvergunning, de terrasvergunning of de exploitatievergunning niet worden afgegeven of zullen reeds verleende vergunningen worden ingetrokken. Voor de koper kan dit grote gevolgen hebben. Niet alleen voor de horecazaak waarvoor hij de vergunningen heeft verkregen/aangevraagd, maar mogelijk óók voor andere horecazaken waar de betrokkene vergunningen voor heeft verkregen/aangevraagd. Toepassing van de Wet Bibob kan aldus een domino-effect hebben.

Een voorbeeld uit de praktijk

In onze praktijk maakten we een voorbeeld zoals hierboven mee. Een restaurant werd gekocht van een keurige verkoper. Een deel van de koopsom moest nog worden betaald. Nadat de koop was gesloten kwam er in de verkopende onderneming een nieuwe aandeelhouder bij. De nieuwe aandeelhouder had zich eerder schuldig gemaakt aan fiscale fraude. De overheid stelde vast dat een aandeelhouder van de verkopende onderneming strafbare feiten had gepleegd en dat een vergunningaanvraag van de koper moest worden geweigerd en een andere vergunning (voor een andere horeca-inrichting) van de koper om die reden moest worden ingetrokken. De verkopende onderneming had immers indirect geld verschaft aan de koper. De koper wist echter van niets. Alhoewel de koper een transactie gesloten heeft met een keurige onderneming en er buiten zijn invloed om een nieuwe aandeelhouder aan de onderneming is toegevoegd, zijn de gevolgen voor de kopende ondernemer groot. Deze zaak loopt nog en we hopen dat de rechter een streep door het intrekken en weigeren van de benodigde vergunningen zal halen.

Financiering via een bank

Heeft u vergunningen nodig, dan laat het bovenstaande voorbeeld wel zien hoe belangrijk het is om alleen geld te lenen van een onkreukbare onderneming (of natuurlijk persoon). Veelal betekent dit dat u terecht komt bij een bank. Maar hoe onkreukbaar is de bank eigenlijk?

ING kreeg in september 2018 van het Openbaar Ministerie een boete van 750 miljoen euro wegens nalatigheid bij het bestrijden van witwassen en juist deze week (begin maart 2021) in Frankrijk een bestuurlijke boete van 3 miljoen euro wegens nalatigheid bij de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. ING is dus een onderneming die strafbare feiten heeft gepleegd. In elk geval kan daar bij de toepassing van de Wet Bibob van worden uitgegaan. Dit kan gevolgen hebben voor uw vergunningaanvraag als ING de vermogensverstrekker is. Maar ook de Rabobank lijkt geen voldoende betrouwbare partij om geld van te lenen als u daarnaast vergunningen nodig heeft. In 2013 (de Bibob-toets gaat gerust een tiental jaren terug) kreeg de Rabobank namelijk van het Openbaar Ministerie een forse boete voor manipulatie van de zogeheten Libor- en Euribor-rente. Betekent dit dan dat u altijd moet nagaan hoe zuiver een bank is, voordat u daar een lening aangaat? Feitelijk wel.

Hoe nu verder?

Het restaurant dat we hierboven aanhaalden, is op dit moment gesloten door de coronamaatregelen. We hopen dat het restaurant gauw weer open kan als de regering de coronamaatregelen opheft. Maar dat betekent niet dat het weigeren van de vergunning op dat moment ook van tafel is. Datzelfde geldt voor de ingetrokken vergunningen van de andere horeca-inrichting.

Onze cliënte heeft de achterstallige lening versneld afgelost. Er was dus geen vermogen meer in de onderneming dat afkomstig is van de verkoper. Toch trok dit de burgemeester die beslist over de vergunning niet over de streep, want er is (in het verleden) vermogen verschaft vanuit een onderneming met een besmette aandeelhouder. Volgens de bepalingen van de Wet Bibob is dat strikt genomen genoeg om tot weigering en intrekking van vergunningen over te gaan. De bestuursrechter zal er hopelijk op korte termijn anders over denken. Daar zijn genoeg argumenten voor. Wordt vervolgd dus.

Heeft u zelf kennisgenomen van een Bibob-onderzoek waarbij aandacht is besteed aan een financiering van een bank? Heeft u ooit meegemaakt dat een vergunning werd geweigerd, omdat er sprake was van een financiering door ING of Rabobank? Of heeft u vragen over de Bibob-toets en de bijbehorende gevolgen?

Neemt u dan contact op met onze Bibob-specialisten Pieter Huisman en Solange Drieshen via onderstaand contactformulier. Wij helpen u graag verder.