Ondernemingsraad
Bedrijven met meer dan vijftig werknemers in dienst zijn op basis van de wet verplicht om een ondernemingsraad (OR) te hebben. De ondernemingsraad is de vertegenwoordiging van de werknemers. Via dit orgaan kunnen werknemers meepraten over belangrijke beslissingen binnen het bedrijf. Alle regels met betrekking tot de OR vinden we terug in de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De ondernemingsraad heeft twee belangrijke bevoegdheden, namelijk: het adviesrecht en het instemmingsrecht.
Het adviesrecht van de ondernemingsraad
In artikel 25 van de WOR vinden we een limitatieve lijst van besluiten waarover het bestuur advies moet vragen aan de OR. Het gaat dan onder andere om besluiten die gaan over:
- de zeggenschap of de overdracht van de onderneming;
- het aangaan of verbreken van samenwerkingen met andere ondernemingen;
- het beëindigen, inkrimpen of uitbreiden van werkzaamheden van de onderneming;
- het verhuizen van de onderneming;
- het groepsgewijs werven of inlenen van arbeidskrachten;
- en het aangaan of verstrekken van kredieten.
Het gaat altijd om besluiten die ‘belangrijk’ zijn, dat betekent: besluiten die impact hebben op een groot deel van de werknemers. Alhoewel de lijst in artikel 25 WOR limitatief is, kan er discussie ontstaan of een besluit dermate ingrijpend is dat het advies van de ondernemingsraad moet worden gevraagd. Om een voorbeeld te noemen: de sluiting van een afdeling met tien werknemers, heeft voor een bedrijf met vijftig werknemers aanzienlijk meer impact dan voor een bedrijf met duizend werknemers. De impact op het collectief is daarom altijd leidend bij de vraag of het advies van de ondernemingsraad moet worden ingeroepen, maar hiervoor geldt geen harde grens.
Wanneer de directie het advies van de ondernemingsraad vraagt, legt zij het voorgenomen besluit voor aan de ondernemingsraad in de vorm van een adviesaanvraag. Is het advies van de ondernemingsraad positief, dan kan de directie het voorgenomen besluit direct uitvoeren. Adviseert de ondernemingsraad negatief over het voorgenomen besluit en wil de directie het besluit toch ongewijzigd doorzetten, dan volgt een zogenaamde afkoelperiode van dertig dagen. In deze periode van dertig dagen heeft de OR de gelegenheid om gebruik te maken van het beroepsrecht dat is geregeld in artikel 26 van de WOR. Dit artikel geeft de OR het recht om naar de rechter te stappen en de besluitvorming door de rechter te laten blokkeren.
Het instemmingsrecht van de ondernemingsraad
Het instemmingsrecht van de ondernemingsraad is nodig voor de besluiten die worden genoemd in artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden. Voor deze besluiten geldt dat de OR ermee moet instemmen, wil een besluit daadwerkelijk worden doorgevoerd.
Waar het adviesrecht vooral betrekking heeft op ondernemersbesluiten, gaat het instemmingsrecht over collectieve regelingen. Dat zijn onder andere regelingen over:
- pensioen en winstdeling;
- werktijden en vakantie;
- beloning en functiewaardering;
- arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en re-integratie;
- personeelsbeoordelingen en het aanstellings- en ontslagbeleid;
- bescherming persoonsgegevens;
- klachten en klokkenluiders;
- en controlesystemen (zoals camera’s).
De OR heeft hierin een stem over de manier waarop deze regelingen worden uitgevoerd. De OR gaat niet over individuele arbeidsvoorwaarden.
Adviesrecht Ondernemingsraad bij benoeming en ontslag statutair bestuurder
Volgens artikel 30 van de Wet op de ondernemingsraden moet de ondernemingsraad advies kunnen uitbrengen over de benoeming en het ontslag van statutair bestuurders. Het gaat dan enkel om het ontslag dat op initiatief van de ondernemer wordt aangevraagd en niet om situaties waarin de bestuurder zelf het ontslag aanvraagt of situaties waarin het ontslag met wederzijds goedvinden plaatsvindt. Uit jurisprudentie blijkt dat het adviesrecht van de ondernemingsraad (nog) niet gaat over de schorsing van een bestuurder, al kunnen de omstandigheden uitwijzen dat het hier om een voornemen tot ontslag lijkt te gaan. In dat geval heeft de ondernemingsraad wel adviesrecht.
Als de adviesprocedure op de juiste manier is nageleefd, kan de OR geen beroep instellen tegen de benoeming of het ontslag van de statutair bestuurder.
Meer weten?
Van Till Advocaten adviseert regelmatig over de rechten en plichten die bestaan tussen het bestuur van de onderneming en de ondernemingsraad. Daarnaast staan wij zowel ondernemingen als ondernemingsraden bij in het geval van een conflict. Dit doen wij indien nodig tot in de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Heeft u vragen, neemt u dan gerust contact op met de advocaten van onze sectie arbeidsrecht.