Faillissement en opvolgend werkgeverschap

Wanneer een werkgever failliet gaat, heeft dit meestal verstrekkende gevolgen voor werknemers. Werknemers zijn in dat geval namelijk hun baan kwijt. Soms gebeurt het dat een andere partij (een deel van) de activiteiten van de failliete onderneming voortzet, waarbij tevens ex-werknemers van de failliete werkgever in dienst worden genomen. In dat geval is het de vraag of eerdere arbeidsovereenkomsten tussen de werknemer en de failliete werkgever meetellen.

Deze vraag is van belang in verband met de zogenoemde ketenregeling. De ketenregeling bepaalt dat indien (i) arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd de termijn van 36 maanden overschrijden, ofwel indien (ii) een vierde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt gesloten, de arbeidsovereenkomst van rechtswege voor onbepaalde tijd geldt.

De kantonrechter Amsterdam heeft zich onlangs over deze vraag gebogen. In deze zaak was de werknemer sinds 1999 voor onbepaalde tijd in dienst bij zijn werkgever. In 2011 was de werkgever failliet is verklaard, waarna de curator de arbeidsovereenkomst van de werknemer heeft opgezegd. De failliete werkgever werd vervolgens overgenomen door een andere partij, die de onderneming onder dezelfde naam voortzette. De doorstartende werkgever nam de ontslagen werknemer voor bepaalde tijd in dienst.

Werknemer heeft zich in de procedure op het standpunt gesteld dat zijn arbeidsovereenkomst op basis van de ketenregeling voor onbepaalde tijd gold, omdat de arbeidsovereenkomst bij de failliete werkgever volgens hem diende mee te tellen. De nieuwe werkgever moest namelijk, aldus de werknemer, gezien worden als een opvolgend werkgever.

De rechter ging niet mee in dit standpunt van de werknemer. Er was volgens de rechter geen sprake van opvolgend werkgeverschap. Van doorslaggevend belang hierbij was dat tussen de gefailleerde werkgever en de doorstartende werkgever niet zodanige banden bestonden dat het inzicht van de gefailleerde werkgever in het functioneren van de werknemer kon worden toegerekend aan de doorstartende werkgever. De werknemer is dus voor bepaalde tijd en niet (van rechtswege) voor onbepaalde tijd bij zijn werkgever in dienst.