Geen belanghebbende, toch beroep bij de bestuursrechter?

Gavel

Eerder schreven wij al tweemaal een blog naar aanleiding van het zogenaamde ‘Varkens in Nood-arrest’ van het Europese Hof van Justitie en daaropvolgende Nederlandse rechtspraak. Als gevolg daarvan werd duidelijk dat ook belanghebbenden die geen zienswijze hebben ingediend, toch ontvankelijk kunnen zijn in hun beroep bij de bestuursrechter. Deze blogs leest u hier en hier terug. Op 4 mei 2021 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nóg een belangrijke uitspraak gedaan naar aanleiding van het Varkens in Nood-arrest. De betekenis van deze uitspraak voor Nederland wordt in deze blog nader toegelicht.

Toegang tot de bestuursrechter voor niet-belanghebbenden

Uit artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat belanghebbenden beroep tegen een besluit kunnen instellen bij de bestuursrechter. Uit artikel 1:2 van de Awb volgt dat onder belanghebbende wordt verstaan ‘degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’. Beroep bij de bestuursrechter kan in principe dus alleen worden ingesteld door degenen die een rechtstreeks belang hebben bij het besluit. Dat is in ieder geval degene aan wie een besluit is gericht (bijvoorbeeld: degene aan wie een last onder dwangsom is opgelegd), maar dat kunnen ook anderen zijn (bijvoorbeeld: omwonenden bij de wijziging van een bestemmingsplan of de buren bij een omgevingsvergunning voor een verbouwing).

Uit de uitspraak van 4 mei 2021 volgt echter dat ook niet-belanghebbenden in sommige gevallen beroep tegen een besluit kunnen instellen bij de bestuursrechter. Daarvoor geldt wel een aantal voorwaarden.

Voorwaarden

Allereerst is van belang dat het moet gaan om een omgevingsrechtelijke zaak. Dat betekent dat sprake moet zijn van een beroep tegen een besluit op grond van een wet of regeling op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening, zoals bijvoorbeeld een besluit op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Wet milieubeheer, Wet ruimtelijke ordening of de Tracéwet. Te denken valt bijvoorbeeld aan een verleende omgevingsvergunning bouwen (artikel 2.1 lid 1 sub a Wabo).

Daarnaast moet het gaan om zaken waarin de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (en dus niet: de reguliere voorbereidingsprocedure) is toegepast en aan ‘een ieder’ de mogelijkheid is geboden om een zienswijze in te dienen tegen een eerder vastgesteld ontwerpbesluit. Degenen die van die mogelijkheid gebruik hebben gemaakt, mogen vervolgens ook beroep instellen bij de bestuursrechter tegen het definitieve besluit. Dat geldt ook voor (rechts-)personen die niet als belanghebbende kunnen worden aangemerkt.

Let op, het relativiteitsvereiste geldt nog wel

Als gevolg van deze uitspraak is de toegang tot de bestuursrechter wederom verruimd. De impact hiervan zal in de praktijk naar verwachting echter niet al te groot zijn, nu het relativiteitsvereiste in beroep nog wel geldt. Lees hier onze eerdere blog over het relativiteitsvereiste in het omgevingsrecht.

Kortgezegd houdt het relativiteitsvereiste in dat een bestuursrechter een besluit niet zal vernietigen, indien de geschonden norm kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. Als u zich beroept op schending van een bepaalde norm (bijvoorbeeld: overtreding geluidsnormen), zal het besluit alleen door de bestuursrechter kunnen worden vernietigd als de norm ook strekt tot bescherming van uw belangen (en dat zal in het geval van geluidsnormen bijvoorbeeld niet zo zijn als u honderden kilometers verderop woont). U kunt dan wel ontvankelijk zijn in uw beroep, maar het beroep zal inhoudelijk afstuiten op het relativiteitsvereiste.

Wetswijziging vereist

Nu uit artikel 8:1 van de Awb volgt dat alleen belanghebbenden beroep kunnen instellen bij de bestuursrechter, dwingen de recente Europeesrechtelijke en Nederlandse uitspraken tot een wetswijziging. De wetgever zal de Nederlandse wetgeving moeten aanpassen aan het Varkens in Nood-arrest. Tot die tijd heeft de Nederlandse rechter in ieder geval duidelijk gemaakt hoe er in omgevingsrechtelijke zaken moet worden omgegaan met al dan niet belanghebbenden die beroep instellen.

Tot slot

Vragen naar aanleiding van deze blog? Neem gerust contact op met onze sectie bestuursrecht.