Geen vergunning: hoge dwangsom voor organisatoren festival The Waterline
De gemeente De Bilt wilde dat de organisatoren de voorbereidingen van het festival The Waterline staakte, omdat de organisatoren geen vergunning hadden aangevraagd. De gemeente dreigde met een dwangsom als de voorbereidingen toch werden voortgezet. De organisatoren waren van mening dat het festival een besloten feest was; lidmaatschap was vereist om een toegangsticket te kunnen bemachtigen. Om die reden zou er volgens de organisatoren geen vergunning nodig zijn. Volgens de gemeente werden via websites en sociale media kaarten verkocht. Op het festival werden tussen de 1000 en 1500 mensen verwacht.
Vlak voordat het festival zou plaatsvinden, bij besluit van 5 juni 2014, heeft de gemeente de organisatoren gelast het festival The Waterline op zaterdag 7 juni 2014 geen doorgang te laten vinden onder verbeurte van een dwangsom van € 100.000. De organisatoren zijn vervolgens op 6 juni 2014 een kort geding gestart en hebben de Voorzieningenrechter verzocht het besluit van de gemeente te schorsen.
In kort geding gaat het om de vraag of er sprake is van een evenement als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (“onder evenement wordt verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak”) en derhalve al dan niet een vergunning is vereist. De Voorzieningenrechter oordeelt dat, gelet op de beschikbare informatie van de website van de organisator en de facebookpagina van het evenement, het festival moet worden aangemerkt als een evenement in de zin van de APV en dus een vergunning is vereist. Derhalve is de gemeente bevoegd om tot handhaving over te gaan. Voorts oordeelt de Voorzieningenrechter dat het onduidelijk is of, en onder welke vergunningsvoorschriften, de aanvraag voor een vergunning ingewilligd had of zou kunnen worden en de gemeente derhalve goede gronden had om tot handhaving over te gaan. Hoewel de Voorzieningenrechter oog heeft voor de (grote financiële) belangen van de organisatoren, wegen de belangen van de openbare orde en veiligheid en de belangen van de omwonenden zwaarder. Het verzoek van de organisatie wordt afgewezen.
Dit oordeel van de Voorzieningenrechter betekent dat de dwangsom van de gemeente van € 100.000 is blijven staan en het festival de volgende dag geen doorgang kon vinden, althans niet zonder dat er dwangsommen betaald zouden moeten worden. Het festival schijnt vervolgens te zijn verplaatst naar een partyschip.