Geen zienswijze ingediend, toch ontvankelijk in beroep

wet

Op 14 januari 2021 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een belangrijke uitspraak gedaan voor wat betreft de zogenaamde personenfuik, die volgt uit artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (“Awb”). Inmiddels heeft deze uitspraak haar uitwerking gehad in de Nederlandse rechtspraak. De rechtbank Gelderland heeft op 26 februari 2021 een interessante uitspraak gedaan, onder verwijzing naar het arrest van het Hof van Justitie. In deze blog wordt kort besproken wat het Hof van Justitie eerder oordeelde en vervolgens wordt ingegaan op de uitspraak van de rechtbank Gelderland en de consequenties daarvan voor Nederland.

Hof van Justitie acht artikel 6:13 Awb in strijd met Verdrag van Aarhus

Uit artikel 6:13 van de Awb volgt dat een belanghebbende die een besluit door de rechter wil laten toetsen, eerst de zogenaamde ‘voorfase’ moet hebben doorlopen. Het gaat dan in de meeste gevallen om het indienen van een zienswijze of het maken van bezwaar. Als de voorfase niet is doorlopen, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Op 14 januari 2021 oordeelde het Hof van Justitie echter dat artikel 9 lid 2 van het Verdrag van Aarhus (een Europees verdrag dat ziet op informatieverstrekking, inspraak en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden) zich ertegen verzet dat het beroep van een niet-gouvermentele organisatie niet-ontvankelijk wordt verklaard vanwege het feit dat deze niet eerder heeft deelgenomen aan het besluitvormingsproces. Met ‘niet-gouvermentele organisaties’ doelt het Hof van Justitie op bijvoorbeeld milieuclubs, zoals in dat geval de Stichting Varkens in Nood, Stichting Dierenrecht en Stichting Leefbaar Buitengebied.

Maar wat betekent dit nu feitelijk voor Nederland? Moet artikel 6:13 Awb nu anders worden uitgelegd? En geldt dit ook voor andere partijen dan ‘niet-gouvermentele organisaties’, zoals particulieren? Op deze vragen heeft de rechtbank Gelderland onlangs een antwoord gegeven.

Feiten 

In de zaak die bij de rechtbank Gelderland voorlag speelde kortgezegd het volgende. Het College van B&W van de gemeente Berkelland had aan een melkrundveehouderij een omgevingsvergunning verleend, waar een aantal omwonenden het niet mee eens was. Zij hadden echter geen zienswijzen ingediend tegen het eerder gepubliceerde ontwerpbesluit, hetgeen op grond van artikel 6:13 Awb naar Nederlands recht wel is vereist. Desondanks stelden de omwonenden beroep in bij de rechter. 

Rechtbank Gelderland: belanghebbenden zijn ontvankelijk in hun beroep

De rechtbank oordeelt, onder verwijzing naar het eerdergenoemde arrest van het Hof van Justitie, dat ook ten aanzien van deze particulieren artikel 6:13 Awb niet kan worden toegepast. De particulieren zijn weliswaar geen non-gouvermentele organisaties, maar zij zijn wel belanghebbende bij het besluit. De rechtbank overweegt dat artikel 9 lid 2 van het Verdrag van Aarhus op gelijke wijze geldt voor zowel non-gouvermentele organisaties als particulieren, nu ook voor deze laatsten een ruime toegang tot de rechter van belang is. Ook heeft de inspraak in de besluitvormingsprocedure (middels het indienen van een zienswijze) een ander doel dan het beroep in rechte. 

Uit de uitspraak volgt dus dat een belanghebbende die geen zienswijze heeft ingediend, toch ontvankelijk kan zijn in haar beroep. Daarbij maakt het niet uit of het beroep al dan niet is ingesteld door een niet-gouvermentele organisatie. Daarbij geldt echter wel dat deze uitspraak specifiek betrekking heeft op een geval waar het Verdrag van Aarhus van toepassing is. Het moet dan in ieder geval gaan om een milieuaangelegenheid. In andere gevallen kan artikel 6:13 van de Awb niet zomaar buiten toepassing worden gelaten.

Tot slot

Het zou kunnen dat de uitspraak van het Hof van Justitie de Nederlandse wetgever aan het denken zet en de zogenaamde personenfuik in de toekomst in alle gevallen verdwijnt, ook in die gevallen waarop het Verdrag in Aarhus niet van toepassing is. Dat zou wat ons betreft een welkome verandering zijn, nu artikel 6:13 Awb de rechtsbescherming behoorlijk inperkt. 

Heeft u vragen over bovengenoemde uitspraken of andere bestuursrechtelijke vragen? Neem dan gerust contact op met onze sectie bestuursrecht.