Kunnen internationale jeugdtransfers in het voetbal uitgebannen worden?

Het mondiale voetbal is de afgelopen 25 jaar van een populaire volkssport geëvolueerd tot een miljardenindustrie. Clubs pogen door het uitgeven van tientallen miljoenen de beste spelers te verkrijgen. De grootste investeerders hebben daarom de beste kans om een grote internationale prijs te winnen.

Clubs die echter minder te besteden hebben dan de Europese topclubs moeten andere middelen aanwenden om bij deze internationale top aan te kunnen haken. Daarom hebben veel clubs geïnvesteerd in een professionele jeugdopleiding met het doel de beste spelers zelf op te leiden. Het opleiden van een ‘topspeler’ is vele malen goedkoper dan het kopen van een gearriveerde voetballer. Wanneer een zelf opgeleide speler verkocht wordt kan deze de club zelfs veel geld opleveren. De aan- en verkoop van jeugdvoetballers is daarom een ware industrie geworden. Clubs uit de grotere competities struinen wereldwijd de jeugdvelden af om de grootste talentjes binnen te halen. Deze jeugdspelers worden dan vanuit hun thuisland getransfereerd naar een club in een ander land en soms zelfs een ander continent. De club die de speler aantrekt hoeft de andere club in de meeste gevallen dan geen grote transfersom te betalen, maar slechts een (kleine) opleidingsvergoeding.

Voor de internationale voetbalorganisatie FIFA is dit zorgelijke ontwikkeling. Kinderen worden in grote getale door mooie (financiële) beloftes uit hun vertrouwde omgeving gehaald. Het gros van deze jongens zal echter nooit waarmaken wat er door de clubs wordt voorgehouden en moet gedesillusioneerd terugkeren naar het vaderland. De FIFA wil deze vorm van ‘kinderhandel’ een halt toeroepen en heeft daarom bepalingen opgesteld die internationale jeugdtransfers in aantal moeten beperken.

De FIFA heeft bepaald dat het in principe verboden is om spelers onder de achttien jaar internationaal te transfereren. Er zijn echter drie uitzonderingen op deze regel:

  1. De ouders van de speler verhuizen naar een ander land voor andere redenen dan het voetbaltalent van het kind. Dit speelt bijvoorbeeld als één van de ouders een baan krijgt in een ander land.
  2. Een jeugdtransfer vindt plaats binnen de EU en de speler heeft de leeftijd van zestien jaar bereikt. De opleiding van de club moet daarnaast aan hoge kwaliteitseisen voldoen. Door deze uitzondering is de bepaling in overeenstemming met het principe van vrij verkeer van werknemers binnen de EU.
  3. De speler minder dan 50 km van de landsgrens woont en de club ook minder dan 50 km van dezelfde grens is gevestigd. De totale afstand tussen de woning van de speler en de club mag niet meer dan 100 km zijn.

Elke internationale jeugdtransfer moet goedgekeurd worden door de FIFA Players’ Status Committee. Deze instantie moet controleren of de jeugdspeler onder de bovenstaande uitzonderingsgrond valt. Toch hebben deze maatregelen de internationale jeugdtransfers niet uitgebannen. Zo bieden clubs de ouders van jeugdspelers goedbetaalde banen aan, zodat de regels van de FIFA omzeild worden. In de voetbalwereld wordt ook wel gekscherend gezegd dat in Manchester de bestbetaalde taxichauffeurs ter wereld rondrijden. De roep om een andere aanpak is daarom groot. Echter, strengere bepalingen op dit gebied worden vaak in de weg gezeten door de Europese regels van vrij verkeer. Desalniettemin zouden door enkele aanpassingen het grote aantal internationale jeugdtransfers teruggedrongen kunnen worden.

Zo zal er een maximum aan het aantal contractspelers bij een voetbalclub mogelijk leiden tot een grote afname. Clubs kunnen dan niet meer ongegeneerd grote aantallen jeugdspelers blijven kopen met de hoop dat er wellicht een groot talent tussen zit. Grote Europese clubs hebben soms meer dan zestig contractspelers, terwijl er toch maar elf op het veld kunnen staan. Wanneer dit aantal via regelgeving verminderd wordt zullen clubs een strengere selectie moeten maken bij het aantrekken van jeugd.

Ook zal een verhoging van de verplichte opleidingsvergoeding het aantal jeugdtransfers drastisch kunnen verminderen. Afgelopen jaar was de maximale vergoeding die een club moest betalen per opleidingsjaar €90.000 euro. Een vergoeding waar de Europese (sub)top haar hand niet voor omdraait. Wanneer dit bedrag per opleidingsjaar bijvoorbeeld verdubbeld wordt zal er door een club beter worden afgewogen of een dergelijke internationale jeugdtransfer wel moet plaatsvinden.

Ook deze oplossingen zullen internationale jeugdtransfers niet volledig uitbannen. Wel zou een strikter beleid en striktere regelgeving voor een drastische vermindering kunnen zorgen. Het is daarom ook interessant om te bekijken wat de gevolgen zijn van de sancties die FC Barcelona recentelijk zijn opgelegd. De Catalanen hadden de afgelopen vijf jaar bij tien transfers van buitenlandse minderjarigen de FIFA-regels niet in acht genomen. FC Barcelona is nu een transferverbod van voor de duur van één jaar en een boete van €370.000 euro opgelegd.  Wellicht zal deze sanctie ervoor zorgen dat minder jeugdspelers het kind van de rekening worden.

www.prsportmanagement.nl