Met terugwerkende kracht een CAO naleven?

Ondernemingen in de bouwsector vallen vaak onder de Bouw CAO. Er zijn ondernemingen (bijvoorbeeld asbestsaneerders) die eerst onder een andere CAO vielen of zelfs onder geen enkele CAO. Voordat zij terecht komen bij de Bouw CAO wordt bij hen een zogenaamd ‘werkingssfeeronderzoek’ gehouden. Zo’n onderzoek kan tot de conclusie leiden dat de onderneming onder de Bouw CAO valt, bijvoorbeeld per 1 januari 2019. Het werkingssfeeronderzoek is gericht op een periode daarvoor, bijvoorbeeld op de activiteiten van de onderneming over 2017.
Omdat dat onderzoek heeft uitgewezen dat de onderneming onder de Bouw CAO valt, vindt de controlerende instantie (Technisch Bureau Bouwnijverheid) dat de onderneming ook over dat jaar (2017) de CAO moet naleven. Men (de Commissie Naleving) komt vervolgens onderzoek doen om vast te stellen dat de CAO over dat jaar niet is nageleefd.
Men dwingt dan de onderneming dat alsnog (met terugwerkende kracht) te doen en zo nee, dan dreigt men met boetes. Die opstelling is onjuist en onterecht.
Een onderneming kan vaak niet met terugwerkende kracht een CAO naleven, zeker niet in alle opzichten. Vrije tijd met terugwerkende kracht toekennen is onmogelijk. Storten in een tijdspaarfonds kan op zichzelf wel, maar is niet acceptabel als over dezelfde periode in het verleden andere vergoedingen zijn toegekend die hoger waren dan de CAO voorschrijft.
Een schets uit de praktijk: Borg advocaten heeft een onderneming bijgestaan die een paar ton meer aan salaris had betaald dan volgens de Bouw CAO moest. Dan is het niet juist ook nog (aanvullend) te storten in een tijdspaarfonds.
Dat betekent: tussen de oude arbeidsvoorwaarden en de nieuwe moet een (pakket-)vergelijking plaatsvinden om te kunnen bepalen of de onderneming nog aan verplichtingen moet voldoen. Bij die betreffende onderneming was dat niet het geval. Een eenvoudige vergelijking met verstrekkende financiële gevolgen!
Dit artikel van mr. Pieter Huisman is eerder gepubliceerd in het magazine Bouw en Aanbesteding.