Ontslag Rasmussen toch onverwijld gegeven

Zoals u in de kranten heeft kunnen lezen, heeft het Hof Amsterdam dinsdag uitspraak gedaan in het hoger beroep in de zaak van de wielrenner Rasmussen. Op de arbeidsovereenkomst tussen Rasmussen en de Rabobankploeg waren de reglementen van de internationale Wielren Unie (UCI) van toepassing. Op basis van de UCI-regels is een wielrenner verplicht te laten weten waar hij wanneer verblijft, traint en deelneemt aan wedstrijden, dit met het oog op de dopingcontroles.

In de maand juni 2007 verbleef Rasmussen in Italië, terwijl hij volgens zijn opgave in Mexico was. Rabo heeft Rasmussen tijdens de Tour de France op 27 juli 2007 op staande voet ontslagen vanwege het verstrekken van onjuiste informatie over zijn verblijfplaats. Rasmussen heeft het gegeven ontslag op staande voet aangevochten.

Over deze zaak valt veel meer te vertellen (in hoeverre wist de Rabo van de gang van zaken, is het verstrekken van onjuiste informatie een dringende reden?), maar omdat het Hof Amsterdam hoofdzakelijk is ingegaan op de eis van onverwijldheid, beperk ik mij ook hiertoe.

Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet is vereist dat het gegeven ontslag ‘onverwijld’ is gegeven. De opzeggende partij (in dit geval Rabo) moet dus met de nodige voortvarendheid handelen nadat de dringende reden, die aanleiding is voor het ontslag op staande voet, kenbaar is geworden.

De kantonrechter Utrecht (LJN BD6001) had geoordeeld dat het ontslag op staande voet van Rasmussen niet onverwijld was gegeven. Naar het oordeel van de kantonrechter wist Rabo al in juni 2007 dat de opgave van Rasmussen, dat hij in juni in Mexico zou verblijven, onjuist was, omdat er in deze periode meerdere malen contact is geweest tussen ploegleider Breukink en Rasmussen en Rasmussen heeft meegedaan met een training van Rabo in de Pyreneeën. Op basis van het vonnis van de kantonrechter moest Rabo aan Rasmussen in totaal € 540.000,– betalen aan loon, schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten.

In hoger beroep heeft het Hof Amsterdam eerst een tussenarrest gewezen, waarbij Rabo is toegelaten te bewijzen dat het gegeven ontslag op staande voet van 26 juli 2007 wel onverwijld was gegeven. Deze week heeft het Hof, anders dan de kantonrechter, geoordeeld dat Rabo in dat bewijs is geslaagd. Daarbij is voor het Hof doorslaggevend geweest dat Rasmussen heeft gelogen over zijn verblijfplaats in de maand juni 2007 en dat deze leugens pas op 25 juli 2007 aan het licht zijn gekomen.

Kortom, het is (voor nu) goed afgelopen voor Rabo, maar een juridische discussie over de eis van onverwijldheid voorkomen, is beter. Het is dus van belang als werkgever niet achterover te leunen indien zich een dringende reden voordoet op grond waarvan u een werknemer wilt ontslaan. Mocht u een ontslag op staande voet overwegen, dan is het raadzaam u goed juridisch te laten adviseren.