Rabobank schendt zorgplicht bij verkoop renteswap aan MKB-bedrijf

Sinds enige tijd zijn kredieten waarbij een rentederivaten constructie, zoals een renteswap, is afgesloten, in opspraak. Het meest in het oog springende voorbeeld is woningcorporatie Vestia, die als semi-publieke instelling zeer risicovolle rentederivaten was aangegaan en daardoor miljarden aan schade heeft geleden. Banken blijken ook aan MKB-bedrijven en particulieren kredieten met rentederivaten te hebben geadviseerd, met eveneens aanzienlijke schade en zelfs faillissementen tot gevolg. De rechtbank Oost-Brabant oordeelt nu voor het eerst dat een bank jegens een MKB-bedrijf haar zorgplicht heeft geschonden bij het aangaan van een renteswap, en dient een groot gedeelte van de schade van het MKB-bedrijf te vergoeden.

Melkveebedrijf

Het MKB-bedrijf betrof in dit geval een melkveebedrijf, geëxploiteerd door vader en zoon. Vader en zoon hadden geen enkele ervaring met financiële (rente)derivaten. In 2008 vroeg de zoon, mede in verband met de door hem beoogde overname van het melkveebedrijf, een nieuwe financiering aan bij Rabobank, die al tientallen jaren de huisbankier van het melkveebedrijf was. Met de verwachting dat de rente zou gaan stijgen, stelde Rabobank voor het renterisico af te dekken met een renteswap. In werkelijkheid is de rente sinds 2008 alleen maar gedaald.

Beëindigingspremie

Toen de zoon na enige jaren wilde emigreren naar het buitenland, bleek dat de Rabobank bij de beëindiging van het krediet tevens een ‘beëindigingspremie’ voor de renteswap in rekening bracht. Deze beëindigingspremie was gelijk aan de constante waarde van de winst die de Rabobank vanaf de datum van beëindiging van de renteswap tot de overeengekomen einddatum in 2018 zou mislopen, omdat het 3-maands Euribor tarief lager was dan de vaste rente van 5,16% in de renteswap. De zoon was hierdoor verplicht voor de beëindiging van de renteswap een bedrag van € 275.000,– aan de Rabobank te betalen.

Gerechtelijke procedure

De zoon nam hier geen genoegen mee en startte een gerechtelijke procedure bij de rechtbank Oost-Brabant, die op 26 maart jl. vonnis wees. De kern van het geschil is de vraag of de Rabobank de klant op de juiste wijze heeft geïnformeerd over de risico’s van de rentederivaten.

Juridische toets

Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad rust op partijen zoals Rabobank een bijzondere zorgplicht, die ziet op de bescherming van particuliere wederpartijen tegen de gevaren van hun eigen lichtzinnigheid of gebrek aan inzicht. Dit geldt, weliswaar in beperktere mate, ook voor ondernemers. Belangrijke factoren bij de toets of de zorgplicht is geschonden zijn onder meer: (i) de mate van deskundigheid en relevante ervaringen van de wederpartij (in casu een melkveehouder die geen kennis en ervaring had van en met financiële (rente)derivaten zoals renteswaps), (ii) de ingewikkeldheid van het product (in casu blijkt dat een rentederivaat behoorlijk ingewikkeld in elkaar zit!), en (iii) de daaraan verbonden risico’s (zoals in casu de aanzienlijke beëindigingspremie).

Oordeel rechtbank: schending zorgplicht

De rechtbank is van oordeel dat op Rabobank de verplichting rustte om de zoon in duidelijke en niet mis te verstane bewoordingen te informeren over de aard van de geadviseerde renteswap, alsmede de daaraan verbonden risico’s. Deze bijzondere zorgplicht stelde volgens de rechtbank zwaardere eisen aan de informatieplicht van de Rabobank dan de informatieplicht van de Rabobank in verband met het beroep van de zoon op dwaling (dat niet slaagt!). De bank had rekening moeten houden met een klant die de verschafte stukken niet zorgvuldig doorleest en/of niet nadenkt over de gevolgen daarvan en/of niet voldoet aan zijn onderzoeksplicht (rechtsoverweging 4.18).

De rechtbank doet hier nog een schepje bovenop en schuift het beroep van de Rabobank op de standaardbevestiging van de klant, waarin de klant bevestigt door Rabobank op de risico’s gewezen te zijn en zich bewust te zijn van de risico’s en gevolgen van de transacties, resoluut terzijde. De rechtbank oordeelt dat uit dergelijke standaardbepalingen niet blijkt dat de klant op de hoogte is van specifieke risico’s die niet uitdrukkelijk in de bepaling zijn vermeld. Daar voegt de rechtbank aan toe dat een dergelijke standaardbepaling Rabobank niet kan bevrijden van haar bijzondere zorgplicht. De klant dient volgens de rechtbank de documentatie en de transactie volledig te begrijpen alvorens een transactie te sluiten. Rabobank diende zich er in voldoende mate van te vergewissen dat de zoon zich daadwerkelijk bewust was van de bijzondere risico’s van de renteswap en de mogelijke gevolgen daarvan.

Concluderend oordeelt de rechtbank dat de Rabobank haar bijzondere zorgplicht jegens de zoon heeft geschonden en de schade die hij daardoor heeft geleden dient te vergoeden.

Eigen schuld

De Rabobank beroept zicht zich bij de vaststelling van de schade op eigen schuld van de zoon. De rechtbank gaat hierin gedeeltelijk mee; de vergoedingsplicht van de Rabobank moet inderdaad worden verminderd met de mate van eigen schuld van de zoon. Volgens de maatstaf die volgt uit vaste jurisprudentie wegen de fouten van de zoon die uit lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht voortvloeien echter minder zwaar dan de fouten aan de zijde van de Rabobank en dient de Rabobank derhalve alsnog 60% van de schade van de zoon te vergoeden.

Maatschappelijke betekenis

Deze uitspraak zal naar verwachting veel teweegbrengen. Het is natuurlijk slechts één uitspraak, van een lagere rechter, maar met name de  passage in het vonnis die invulling geeft aan de bijzondere zorgplicht die op de bank rust (zoals hierboven is vermeld), zal voor veel ondernemers met een renteswap, of een vergelijkbare rentederivaten constructie als geroepen komen.

Vorig jaar in augustus zijn reeds Kamervragen gesteld over de rentederivaten constructies die banken massaal aan MKB-bedrijven lijken te hebben verkocht en de Autoriteit Financiële markten (AFM) heeft in februari 2014 aanbevelingen voor banken gepubliceerd over hoe zij hun dienstverlening bij rentederivaten constructies, zoals renteswaps, moeten inrichten. Hierbij is met name van belang – zoals ook uit het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant is gebleken – op welke wijze de bank de klant informeert over de risico’s van de rentederivaten.

Heeft u ook rentederivaten contracten gesloten met uw bank?

Ons kantoor kan juridisch advies verstrekken of ook in uw geval sprake is van schending van de zorgplicht door de bank. Neem contact op met Mirjam van Schoonhoven voor meer informatie.