Richtprijs en waarschuwingsplicht aannemer

Een aannemer krijgt opdracht om saneringswerkzaamheden uit te voeren en stelt een offerte op. In de offerte wordt vermeld dat de werkzaamheden op basis van bestede tijd en gemaakte kosten worden berekend, maar ook wordt voor een beperkt aantal werkzaamheden een vast bedrag opgegeven. Uiteindelijk verricht de aannemer extra werkzaamheden die het offertebedrag ver overstijgen. Is de aannemer gebonden aan het offertebedrag of kan hij betaling van de extra werkzaamheden van de opdrachtgever vorderen?

Deze vraag deed zich voor in een zaak die onlangs speelde bij het Hof Arnhem. In de desbetreffende offerte wordt vermeld dat de werkzaamheden worden berekend op basis van bestede tijd en gemaakte kosten met daaronder een opgave van dag- en stukstarieven voor een aantal onderdelen en voor overige zaken wordt vermeld “afrekening op regie”. Met betrekking tot een beperkt aantal werkzaamheden is een vast bedrag opgegeven.  Voor de uitvoering van het werk gaat de offerte uit van drie werkdagen en sluit op een bedrag van EUR 3.750.

Het hof is van oordeel dat de aannemer hiermee duidelijk richting heeft gegeven aan de totaal te declareren bedragen, zodat moet worden uitgegaan van een richtprijs in de zin van artikel 7:752 lid 2 BW. Op grond van dit artikel zal een richtprijs met niet meer dan tien procent mogen worden overschreden, tenzij de aannemer de opdrachtgever zo tijdig mogelijk heeft gewaarschuwd voor de waarschijnlijkheid van een verdere overschrijding. Op de aannemer rust dan ook een  waarschuwingsplicht.  De opdrachtgever heeft op de manier de gelegenheid het werk alsnog te beperken of te vereenvoudigen, waaraan de aannemer redelijkerwijs zal moeten meewerken. De vordering van de aannemer tot betaling van de extra werkzaamheden wordt dus afgewezen voorzover deze het offertebedrag plus tien procent overschrijdt.

De aannemer voert verder nog aan dat de opdrachtgever (dagelijks) bij de uitvoering van het werk betrokken is geweest en dat hij steeds van de extra te verrichten werkzaamheden op de hoogte is geweest. De opdrachtgever had hieruit –volgens de aannemer- moeten begrijpen dat de richtprijs ruimschoots zou worden overschreden, ondanks het feit dat over de kosten van deze extra werkzaamheden niet is gesproken. Het hof passeert het verweer van de aannemer en stelt vast dat artikel 7:752 lid 2 BW een dergelijke uitzondering niet kent. Alleen in het geval de aannemer de opdrachtgever tijdig heeft gewaarschuwd en/of partijen contractueel zijn afgewezen van de wettelijke bepaling omtrent de richtprijs, is de aannemer niet langer gebonden aan de afgegeven richtprijs plus tien procent.