Selectieve betaling is geoorloofd, maar waar ligt de grens?
Eerder al blogte ik over de fijne scheidslijn tussen betalingsonmacht en betalingsonwil. In tijden van zwaar weer komen bestuurders van vennootschappen bijna dagelijks voor de vraag te staan welke crediteur eerst moet worden betaald uit de veelal beperkte financiële middelen. Indien echter de betalingsonmacht feitelijk betalingsonwil betreft, kan de bestuurder in persoon aansprakelijk worden gehouden. Wanneer slaat de betalingsonmacht om in betalingsonwil?
In beginsel staat het de bestuurder vrij een keuze te maken welke schuldeisers van de vennootschap zullen worden voldaan. Het gevolg van de selectieve betaling kan zijn dat bepaalde crediteuren onbetaald (en onverhaald) blijven. De vennootschap pleegt wanprestatie jegens de crediteur. Selectieve betaling is op zichzelf niet voldoende om te leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder, er moet sprake zijn van een persoonlijk verwijt. Dit kan, zo blijkt uit vaste rechtspraak, het geval zijn indien het niet nakomen van de betalingsverplichting voortkomt uit betalingsonwil. Een duidelijk voorbeeld van betalingsonwil is het ten behoeve van zichzelf door de bestuurder ‘leeghalen van de kas’, maar kan dit ook genuanceerder liggen?
De rechtbank Leeuwarden heeft in een recente uitspraak het begrip ‘betalingsonwil’ ingevuld door te oordelen dat geen sprake was van betalingsonwil, daar er in die zaak geen sprake was van een situatie waarin de bestuurders om principiële redenen consequent verhinderd hebben dat de vennootschap tot betaling van een bepaalde crediteur overging. Volgens de rechtbank is in die zaak niet komen vast te staan dat de bestuurders wilden voorkomen dat de crediteur nog enige betaling zou ontvangen.
Dit geeft de bestuurder wel enige houvast en bovendien blijkt dat betalingsonwil niet zonder meer zal worden aangenomen. Bestuurders dienen echter rekening te houden met het feit dat het altijd van alle omstandigheden van het geval af zal hangen of een bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gehouden voor de wanprestatie van de vennootschap en dat de rechtspraak op dit gebied constant in beweging is.