Stappenplan voor het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht

Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan over het vertrouwensbeginsel. In deze blog bespreek ik wat het vertrouwensbeginsel inhoudt en hoe daar door de bestuursrechter mee om wordt gegaan. Later deze week volgt een blog waarin ik behandel wat de uitspraak voor u kan betekenen in de praktijk.

Het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht

Wanneer de overheid bij de burger vertrouwen heeft gewekt een bepaalde beslissing te zullen nemen, kan de overheid op basis van het vertrouwensbeginsel verplicht zijn die toezegging na te komen. Dat kan zelfs het geval zijn als een ambtenaar bepaalde uitspraken heeft gedaan die hij helemaal niet mocht doen of waar hij later op terugkomt. In het omgevingsrecht kan dan worden gedacht aan het geval dat een ambtenaar uitspraken heeft gedaan over het toestaan van bepaalde bouwplannen, het verlenen van een milieuvergunning of het al dan niet handhaven in het kader van een illegaal bouwwerk.

De ‘oude’ toepassing

Lange tijd luidde de standaardoverweging van de Afdeling in het kader van het vertrouwensbeginsel:

‘Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is nodig dat er aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend. Hiervan kan ook sprake zijn indien deze toezeggingen zijn gedaan door een persoon waarvan de betrokkene op goede gronden mocht veronderstellen dat deze de opvatting van het bevoegde orgaan vertolkte.’

Dit is een erg strenge toets. In de praktijk lukte het bijna nooit om met succes een beroep te doen op het vertrouwensbeginsel. Natuurlijk uitermate frustrerend voor de burger die dacht dat de overheid op haar woord mocht worden geloofd. Er was dan ook veel kritiek. Het lijkt er op dat onze hoogste bestuursrechter daar niet helemaal ongevoelig voor is. De Afdeling heeft in mei een stappenplan uiteengezet voor de toepassing van het vertrouwensbeginsel. Dit stappenplan bestaat uit drie stappen. Deze worden hieronder kort toegelicht.

Stap 1: is er sprake van een toezegging?

Allereerst moet worden beoordeeld of er sprake is van een ‘toezegging’. Dat is volgens de Afdeling het geval als de uitlatingen en/of gedragingen van een ambtenaar redelijkerwijs de indruk hebben gewekt dat er sprake is van een ‘welbewuste standpuntbepaling’ van het bestuur over de manier waarop een bevoegdheid al dan niet zal worden uitgeoefend.  De burger moet dus redelijkerwijs hebben kunnen denken dat de overheid welbewust een standpunt heeft ingenomen over de manier waarop zij haar bevoegdheid zal gaan uitoefenen.

Stap 2: kan de toezegging worden toegerekend?

Indien er sprake is van een toezegging, is de volgende vraag of deze toezegging aan het bevoegde bestuursorgaan kan worden toegerekend. Als de toezegging is gedaan door een ambtenaar die op dat gebied bevoegd is, zal dat in principe het geval zijn. In sommige gevallen doet een ambtenaar echter een toezegging op een gebied waarover hij eigenlijk helemaal niet bevoegd is. In dat geval komt het aan op de vraag of de burger mocht veronderstellen dat degene die de toezegging heeft gedaan, de opvatting van het bevoegde bestuursorgaan vertolkte. Als bijvoorbeeld een baliemedewerker van de gemeente aangeeft dat bepaalde bouwplannen zijn toegestaan, zal je daar als burger niet zomaar vanuit kunnen gaan.

Stap 3: een belangenafweging

Als aan de eerste twee stappen is voldaan, betekent dat nog niet automatisch dat het bestuursorgaan haar toezeggingen ook moet nakomen. Daarvoor moet eerst nog een belangenafweging plaatsvinden.

Gekeken dient te worden of er belangen zijn die zwaarder wegen dan het belang van degene die zich op het vertrouwensbeginsel beroept. Zulke zwaarder wegende belangen kunnen bijvoorbeeld gelegen zijn in het feit dat er sprake is van strijd met de wet, het algemeen belang of belangen van derden zoals omwonenden.

Tot slot

Later deze week volgt een blog waarin uiteengezet wordt welke wijzigingen dit stappenplan meebrengt en wat de gevolgen hiervan zijn.

Heeft u een vraag over toezeggingen of het vertrouwensbeginsel? Neem dan contact op met Sylvie Adriaanse.