Toestemming bewoner tot binnentreden en doorzoeken van woning

Toestemming bewoner tot binnentreden en doorzoeken van woning.
Voor het geven van een rechtsgeldige en toereikende toestemming gelden een aantal eisen voortvloeiend uit art. 8 EVRM. Toestemming was in dit geval ontoereikend en niet rechtsgeldig, aldus het Arnhemse Hof. Bewijsuitsluiting met een vrijspraak als gevolg.
Naar het oordeel van het hof dient aan het geven van een toereikende en rechtsgeldige toestemming voor het betreden en doorzoeken van een woning een aantal eisen te worden gesteld. Dit houdt daarmee verband dat de bewoner van die woning met het geven van die toestemming afstand doet van de bescherming van het huisrecht, genoemd in artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Het hof komt tot het oordeel dat, voor het geven van een rechtsgeldige en toereikende toestemming, in ieder geval is vereist voor toestemming bewoner tot binnentreden van de woning dat de verbalisanten die de toestemming vragen zich legitimeren en mededeling doen van het doel van het binnentreden en de doorzoeking. Het hof heeft hierbij betrokken hetgeen in artikel 1, eerste lid, van de Algemene wet op het binnentreden is bepaald.