Wanneer is een vereniging aansprakelijk voor vrijwilligers?
Deze vraag beantwoordde de rechtbank Utrecht in haar uitspraak op 12 december 2012. In deze zaak ging het om een vrijwilliger van een scoutingvereniging, die van een kabelbaan is gevallen als gevolg waarvan hij blijvend letsel heeft opgelopen. De vrijwilliger verzocht de rechtbank te oordelen dat de vereniging jegens hem aansprakelijk is op grond van art. 7:658 lid 4 BW (zorgplicht van de werkgever), danwel op grond van art. 6:162 BW (onrechtmatige daad).
Naar het oordeel van de rechtbank kan de vrijwilliger van de scoutingvereniging geen beroep doen op art. 7:658 lid 4 BW, omdat er geen sprake was van werkzaamheden die hebben plaatsgevonden in de uitoefening van het bedrijf van de vereniging. De vereniging is niet gericht op economisch profijt en houdt zich uitsluitend bezig met vrijetijdsbesteding waarvan de inhoud geheel door vrijwilligers wordt bepaald en georganiseerd. Verder bestaat de vereniging uitsluitend uit leden, die op vrijwillige basis betrokken zijn en heeft de vereniging geen werknemers in dienst. De werkzaamheden van de vrijwilliger kunnen dan ook niet gelijkgesteld worden met ‘de gewone werknemers’ van de vereniging. In eerdere uitspraken met betrekking tot een manege en een dierenasiel heeft de vrijwilliger echter wel op grond van dit artikel de vereniging aansprakelijk kunnen stellen, omdat de vrijwilliger vergelijkbare werkzaamheden uitoefende als het personeel van de manege/het asiel.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de vereniging wel aansprakelijk is op grond van art. 6:162 BW. Het betrof namelijk een gevaarlijke situatie, waar de scoutingvereniging niet de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen had genomen. Wel was er sprake van eigen schuld van de vrijwilliger, omdat hij geen veiligheidstuig had gebruikt. Gezien de ernst van het letsel en het feit dat de scoutingvereniging voor dergelijk letsel is verzekerd, corrigeert de rechtbank op grond van billijkheid de aansprakelijkheid van de scoutingvereniging naar 90%.