Werknemer over de grens; werkgeversaansprakelijkheid
door Maaike Postma en Kim Aupers
Wanneer een werkgever een werknemer laat werken in het buitenland, houdt haar zorgplicht niet op bij de grens. De werkgever blijft aansprakelijk voor bedrijfsongevallen of beroepsziekten die de werknemer tijdens zijn werkzaamheden in het buitenland oploopt. Pas wanneer de werkgever kan aantonen dat hij al het nodige heeft gedaan om ongevallen te voorkomen of wanneer sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de kant van de werknemer, kan de werkgever onder deze aansprakelijkheid uitkomen.
In beginsel rust op de werkgever dus een verregaande zorgplicht, ook in het buitenland. In een tweetal arresten van de Hoge Raad stond de zorgplicht ten aanzien van een werknemer in het buitenland centraal. In het eerste geval ging het om een werknemer die op een platform voor de kust van West-Afrika ziek werd van het drinken van verontreinigd water uit een onverzegelde fles (HR 26 november 2010, JAR 2011/16). De werkgever kon in dit geval aantonen dat zij had gezorgd voor voldoende verzegelde waterflessen. Voorts had de werkgever adequate instructies gegeven over de bijzondere aspecten met betrekking tot werken in de tropen. De rechter oordeelde dat er in dat geval niet meer van de werkgever kon worden gevergd. De werkgever ging hier vrijuit.
In het tweede arrest van de Hoge Raad ging het om een vrachtwagenchauffeur die in Spanje machines moest afleveren en aldaar te hulp schoot bij het lossen hiervan. Daarbij liep de werknemer letsel op aan zijn voet (HR 5 december 2014, JAR 2015/14). Uit dit arrest blijkt dat aan de zorgplicht is voldaan wanneer de werkgever veiligheidsschoenen beschikbaar heeft gesteld en ook daarover instructies heeft gegeven. De Hoge Raad merkt daarbij wel op dat de zorgplicht (in dit geval) niet zover gaat dat van de werkgever verlangd wordt dat hij aldaar (in Spanje) toezicht moet houden op de daadwerkelijke naleving van die gegeven instructies.